top of page

Wanneer is er overeenstemming bereikt over een beëindiging van de arbeidsovereenkomst?

Partijen verschillen van mening of er een overeenstemming is bereikt over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De werknemer zegt van niet omdat er niets door partijen is ondertekend. Snijdt dit argument hout? Nee! Lees nu snel verder!



Stel jezelf de volgende situatie voor

Jij bent al jaren werknemer bij een middelgroot bedrijf. Tussen partijen zijn de afgelopen jaren helaas conflicten en incidenten ontstaan en de bedrijfsarts heeft al melding gemaakt van een arbeidsconflict. In een gesprek met je werkgever hebben jullie onder meer de mogelijkheid besproken van een beëindiging met wederzijds goedvinden. Jij hebt een rechtsbijstandverzekering en in dat kader laat jij je bijstaan door een jurist van deze verzekeraar.


Tussen de gemachtigden van partijen wordt onderhandeld over een concept-beëindigingsovereenkomst. De gemachtigde van je werkgever doet jou na wat onderhandelingen een allerlaatste bod. Jouw jurist heeft daarop bij e-mail op 1 maart 2022 gereageerd dat jij met het aanbod instemt en dat partijen de aangepaste en goedgekeurde overeenkomst willen ondertekenen met de datum van 1 maart 2022 nu partijen op die dag overeenstemming hebben bereikt.


Op 6 maart 2022 ontvang jij van je werkgever de concept-beëindigingsovereenkomst. Er heeft geen ondertekening plaatsgevonden. Bij e-mail van 16 maart 2022 heeft jouw jurist namens jou aan je werkgever laten weten dat jij je beroept op het herroepingsrecht van 14 dagen en dat je eigenlijk graag je werkzaamheden voor de werkgever weer wilt hervatten.


Je werkgever is van mening dat er al op 1 maart 2022 overeenstemming was en dat de herroepingstermijn van 14 dagen dus reeds is verstreken. Jij en je jurist zijn van mening dat er nooit iets is ondertekend en dat het dienstverband dus is blijven voortduren en jij recht blijft hebben op het overeengekomen salaris.


Wie heeft er gelijk?

Tussen partijen is in geschil of er tussen hen op 1 maart 2022 schriftelijk een overeenstemming is bereikt over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Jij stelt je op het standpunt dat er op 1 maart 2022 (of enig andere datum) geen overeenstemming is bereikt aangezien partijen de beëindigingsovereenkomst niet zelf hebben ondertekend. Dit betekent in jouw visie dat niet voldaan is aan de schriftelijkheidseis van artikel 7:670b BW en dat dus de bedenktermijn ingevolge artikel 7:670b lid 2 BW niet is aangevangen.


De kantonrechter zal waarschijnlijk van oordeel zijn dat het schriftelijkheidsvereiste van artikel 7:670b BW niet zover gaat dat de bedenktermijn pas gaat lopen na ondertekening van de beëindigingsovereenkomst. Een zo vergaande afwijking van het reguliere contractenrecht en het systeem van aanbod en aanvaarding zou, zo de wetgever dat heeft bedoeld, in de wet of in ieder geval in de wetsgeschiedenis moeten zijn genoemd. Dat is niet het geval. Uit de jurisprudentie blijkt ook dat met mededelingen per Whats-App en met akkoordverklaringen per e-mail voldaan kan worden aan het schriftelijkheidsvereiste.


Tip:
Lees en hanteer altijd onze '4 Tips & Tricks om elk conflict te winnen'. Vooral tip 4 is hier cruciaal. 

Conclusie

Het bovenstaande voert tot de slotsom dat de bedenktermijn wél op 1 maart 2022 is aangevangen en dus al was verstreken op het moment dat jij daarvan gebruik wilde maken. Dit had jouw jurist van je rechtsbijstandverzekering moeten weten. De vordering zal helaas worden afgewezen met veroordeling van jou als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten.


Om te weten hoe jij in jouw specifieke zaak dient te handelen, dien je contact op te nemen met onze juristen. Gebruik daarvoor de live chat rechtsonder. Lees onze disclaimer.

bottom of page